De "Do's & don'ts" op deze en volgende pagina's zijn gebaseerd op de onderzochte literatuur, op ervaring uit de eigen praktijk en op advies van professionals in de ambulante begeleiding op school.

Ze kunnen gebruikt worden om in gesprek met de leerlingen en andere betrokkenen te onderzoeken welke aanpak kan werken voor de dubbel bijzondere leerling. Maatwerk is de sleutel.

Do's & don'ts


Dingen die je wél en niet moet doen als je werkt met dubbel bijzondere leerlingen

Mogelijke zwaktes

  • Faalangst is groter en al heel vroeg aanwezig
  • Vermijdingsgedrag of zich niet kunnen vastbijten in een grotere opdracht/moeilijker leerstof
  • Psychosomatische klachten
  • Gevoelens van eenzaamheid
  • Depressie
  • Weinig sociale aansluiting, geen ‘peergroup’ vinden
  • Meer kans op pesten of gepest worden

Do

Leer- en remediëringsaanbod:


  • Blijf eisen stellen, maar bied compenserende software en hulpmiddelen (computer, spellingscontrole, rekenmachine overzichtskaarten enz.) om aan die eisen te kunnen voldoen.
  • Bied structuur aan in planning, aantekeningen en schema’s en houd je hier (als docent en school) zoveel mogelijk aan
  • Bespreek de problemen met de leerling en ouder(s) en laat hen meebeslissen over noodzakelijke acties
  • Leer foutenanalyse aan: wat ging er fout, hoe kwam dat, wat kan je verbeteren?
  • Laat werken met antwoordmodellen


Aantekeningen, toetsen en examens:


  • Vul toetsen aan met mondelinge vragen
  • Stel foutloze aantekeningen ter beschikking




Coaching van de leerling:


  • Beklemtoon en blijf investeren in compenserende vaardigheden
  • Moedig sterk individueel aan
  • Zoek samenwerking met evt. betrokken hulpverlening, ouder(s) of iemand anders uit het netwerk van de leerling


Teamaanpak:


  • Vraag advies en hulp aan externe instanties, de problematiek kan zo ernstig zijn dat je ondersteuning nodig hebt
  • Betrek ouders en overleg regelmatig
  • Zorg voor een individuele “zorgpas” met aandachtspunten en tips die goed werken, in samenspraak met de leerling
  • Geef ze aan docenten en vul ze elk jaar aan

 

Mogelijke sterktes

  • Opvallend taalvaardig (ondanks dyslexie)
  • Opvallend sterk op visueel-ruimtelijk vlak (ondanks dyslexie of automatiseringsproblemen)
  • Creatief in het bedenken van oplossingen
  • Aanleg voor sport, kunst, drama, muziek…
  • Sociaal-emotioneel vaardig
  • Grote motivatie en doorzettingsvermogen

Don’t

Leer- en remediëringsaanbod:


  • Te weinig intellectuele uitdaging bieden
  • Te veel vrijstellen (‘hoeft niet’-aanpak)
  • Compenserende hulpmiddelen alleen toelaten bij oefeningen en niet bij toetsen en examens










Aantekeningen, toetsen en examens:


  • Zeggen dat de leerling het wel kan als hij maar wil en er hard voor werkt
  • Problemen te laat signaleren (na toetsing)
  • Te snel een bepaalde studierichting uitsluiten


Coaching van de leerling:


  • Leerling bij zwakke resultaten ‘lui’ of ‘ongemotiveerd’ bestempelen
  • Irreële verwachtingen uitspreken
  • Te lage verwachtingen uitspreken
  • Geen feedback of feedback zonder aanvullende tips en ondersteuning om problemen aan te pakken


Teamaanpak:


  • Een verschillend beleid of andere maatregelen en faciliteiten. Wat bij de ene docent kan, kan bij de andere niet
  • Alle afspraken via de leerling laten lopen
  • Te laat signaleren dat er ernstige problemen zijn, zodat bijsturing niet meer mogelijk is