Doelgroep interventies


De dubbel bijzondere leerling heeft speciale onderwijsbehoeften en de docent is belangrijk voor het slagen van interventies.

Onderzoek over het begeleiden van de dubbel bijzondere leerling is nog gelimiteerd, [9] maar uit de onderzoeken die zijn gedaan blijkt dat een aantal interventies werken:

1. Focus op talent.

Effectieve interventies zijn altijd interventies die zijn afgestemd op de unieke sterke punten en behoeften van het individu. In de literatuur over dubbel bijzondere leerlingen bestaat brede overeenstemming dat interventies zich als algemene strategie moeten richten op het ontwikkelen van het talent terwijl de complexe uitdaging wordt aangepakt. Het houden van de focus op het talent lijkt meer positieve resultaten op te leveren en problemen van sociale en emotionele aard te minimaliseren. [7][9][17]

Alle onderzoeken wijzen uit dat de talentbenadering de leeropbrengst ten goede komt, zorgt voor zelfredzaamheid en helpt om sociale en emotionele uitdagingen aan te kunnen.

Door mogelijkheden van de leerling te versterken en eigenheid in de klas te waarderen kan het maximale uit de leerling gehaald worden. Zo kan worden ontdekt wat zijn kwaliteiten zijn. [2][5]

Door goed te onderzoeken wat de kwaliteiten van de leerling zijn kan ook beter geadviseerd worden wat betreft profielkeuze en vervolgopleiding. Adviseer hierbij wat de grootste kans van slagen heeft en waar de leerling zijn/haar kwaliteiten kan inzetten. [14]


2. Help bij het aanleren en verbeteren van executieve vaardigheden.

Biedt hulp aan op het gebied van organisatorische vaardigheden door onderwijs gestructureerd en projectmatig aanbieden. Maak kleine opdrachten van een grote taak. In tegenstelling tot het aanbieden van het grote concept eerst, wat bij begaafde leerlingen een must is, hebben veel dubbel bijzondere leerlingen baat bij leren van kortere opdrachten met heldere uitleg, gecathegoriseerde taken, projecten, materialen en ideeen. Zorg voor checkpoints en geef feedback. [1]


3. Positieve psychologie 

      De leerling moet zijn eigen sterktes en zwaktes leren kennen en herkennen om zichzelf en zijn unieke verschillen ten opzichte van anderen te leren waarderen en eigenwaarde en zelfacceptatie te krijgen. Docenten kunnen hierbij helpen door in ze te geloven en positive verwachtingen te hebben. [5]

      Mindset (Dweck) helpt in het omgaan met zowel de talenten als de beperkingen. Een dubbel bijzondere leerling met een fixed mindset zal terughoudend zijn in het proberen van uitdagend les materiaal. [8] Een dubbel bijzondere leerling met een growth mindset zal eerder de uitdaging aangaan en weten dat hard werken en doorzettingsvermogen hem helpen in het bereiken van een hoog niveau. Probeer de mindset te herkennen en geef stimulerende opmerkingen. [1]


      4. Geef de leerling tijd.

      Geef extra tijd voor verandering en jaag de leerling niet op en wees niet te veel-eisend. Match de talenten met de mogelijkheiden. Geef instructies gebaseerd op sterke en zwakte. Geef de leerling de kans om succesvol te zijn waar ze ook maar goed in zijn, ook als dat wat langzamer is dan de gemiddelde leerling. [1]


      5. Verrijking en versnelling.

      Onderzoekers hebben aangetoond dat versnellen voor de groep dubbel bijzondere leerlingen een effectieve manier is om meer uitdaging te bieden. Dit moet wel aangevuld worden met relevante ondersteuning gerelateerd aan de stoornis van de leerling.

      Ontwikkel interesse op academisch gebied en creëer succes-ervaringen. Gebruik onderzoekend leren, creëer een omgeving die uitgaat van talenten. [1][8][16]

      1. Focus op talent.


      Focussen op talent in een klas zonder dat je een individueel lesprogramma voor een leerling maakt kan door goed te differentieren en door bijvoorbeeld de creatieve kwaliteiten van dubbel bijzondere leerlingen aan te spreken. 

      Door op een van de logo's te klikken kom je op de site van 'Talent Education Toolkit for Teachers' oftwel TETT. 

      Op deze website wordt stap voor stap uitgelegd hoe je jouw (bestaande) lessen zo kunt ontwerpen dat er rekening wordt gehouden met verschillen tussen leerlingen in de klas. Ook vind je hier kant en klare lessen die je naar believen kunt gebruiken en aanpassen.

      'Practical Differentiation' en 'Design Thinking' zijn gericht op docenten in het VO. 

      Praktisch Gedifferentieerd Uitdagend Onderwijs

       

      Leerlingen verschillen onderling. Als je je onderwijs afstemt op deze verschillen kun je meer halen uit de leerlingen, de leerstof en jezelf. Maar hoe doe je dat in grote klassen, met veel verplichte leerstof en weinig tijd en middelen? Reguliere lessen kunnen eenvoudig gedifferentieerd en uitdagend worden gemaakt door omdraaien en weglaten van bestaande lesonderdelen. TETT presenteert 'Practical Differentiation', een praktische basis- en verdiepende toolkit waarmee de docent zijn/haar onderwijsrepertoire kan blijven uitbreiden.

      Design Thinking


      Design Thinking is een methode die vanuit probleemoplossend leren mensen in staat stelt om vaardigheden te ontwikkelen om te innoveren. Die vaardigheden zijn voor de uitdagingen van vandaag belangrijk, maar zeker ook voor een toekomst die nog grotendeels onbekend is.  De belangrijkste fundamenten van de DT methode zijn:

       

      ·       creatief denken,

      ·       intensief samenwerken

      ·       een vast stappenplan

      ·       cyclisch werken

      ·       innovaties toepassen

      ·       holistische zienswijze

       

      De methode biedt een gestructureerde aanpak om vaardigheden te ontwikkelen om in een snel veranderende wereld uitdagingen aan te gaan.

      2. Executieve functies verbeteren.


      Met deze trainingskaarten kunnen leerlingen samen aan de slag om leerstrategieën te verbeteren. Deze leerstrategieën zijn gerelateerd aan de executieve functies. 


      Trainingskaarten effectieve leerstrategieën

      Vindt een leerling huiswerk plannen, een werkstuk maken, een betoog schrijven of leren lastig? Het boek 'Strategiekaarten Huiswerk' bevat 26 strategiekaarten met een duidelijk stappenplan voor veelvoorkomende opdrachten en leerstof. De ideale leidraad op weg naar zelfstandigheid. Zeer geschikt voor het voortgezet onderwijs. 


      Strategiekaarten huiswerk

      3. Positieve psychologie


      Op school kun je bij de leerlingen zelfvertrouwen en een lerende houding stimuleren. en dat begint bij aandacht besteden aan hoe leerlingen denken over ontwikkeling en 'mindset'. Leerlingen die inzicht hebben in hun 'mindset' zullen vaker doorzetten en op zoek gaan naar alternatieven om een opdracht of onderdeel van de les onder de knie te krijgen.  Zij leren van fouten en kijken naar vooruitgang in plaats van alleen naar cijfers.


      het boek Waarderend leren in het voortgezet onderwijs vind je in hoofdstuk vier een uitgewerkte les over 'groei-mindset' als werkvorm.


      5. Versnelling verrijking.


      Versnellen binnen een schoolvak kan door te 'compacten'. Richtlijnen om te compacten vind je hier.

      De tijd die 'vrij' komt kan een leerling gebruiken voor vakken of onderdelen van leren waar juist meer tijd of oefening voor nodig is. Maatwerk is geboden.


      Verrijking is ook in de eigen lessen in te passen. Criteria voor vakspecifiek verrijken vind je hier. Helaas zijn kant en klare verrijkingsopdrachten voor VO niet makkelijk te vinden online. 

      Naast verrijkingsmateriaal in de klas kunnen leerlingen aan een verrijkingsgroep deelnemen. Deze verrijkingsgroep biedt ook de mogelijkheid om te werken aan sociaal-emotionele ontwikkeling en studievaardigheden.

      Uitdagend gedifferentieerd vakonderwijs


      In het boek Uitdagend gedifferentieerd vakonderwijs van Janssen, Hulshof en Van Veen wordt een ‘generatieve toolkit’ beschreven voor het aanpassen van het onderwijs door leraren. Hierin staan ook volledige lessen beschreven. 

      Het boek kun je hier downloaden.

      Het grote vooruitwerklabboek


      In de 3 vooruitwerklabboeken van Els Schrover staan kant en klare verrijkings-lessen van elk 2 uur. De lessen zijn gericht op denkvaardigheden en samenwerken.

      Gemaakt voor BO en onderbouw VO, maar eigenlijk leeftijdsloos.